TRIMTECHNIEKEN

Trimtechnieken

Trimmen is een verzamelnaam voor het verzorgen van de vacht van een hond. In feite is voor bijna iedere hond een regelmatig bezoek aan de trimsalon aan te raden. Ook voor kruisingen en kortharige honden. Er zijn verschillende soorten vachten en deze vragen allemaal een verschillende trimtechniek. Afhankelijk van de vacht wordt de juiste techniek toegepast.


Rashonden worden getrimd volgends hun rasstandaard. Rasloze honden worden getrimt na de rasstandaard die het best bij hun uiterlijk of vachtsoort past, met daarbij een beetje fantasie van de eigenaar en trimster.

Plukken

Honden met een ruwharige vacht worden geplukt. Dat wil zeggen dat de bovenste dode haarlaag met wortel en al met de hand verwijderd wordt, zodat de nieuwe vacht alle ruimte krijgt om zich optimaal te ontwikkelen. De ondervacht blijft zitten en wordt zichtbaar.

Een hond plukken kan alleen als de vacht "Plukrijp" is, dat wil zeggen, het dode haar laat vrij makkelijk los en is pijnloos te verwijderen met de vingers.

Honden die geplukt zijn mogen de eerste twee weken niet gewassen worden, omdat de haarzakjes open staan na een plukbeurt. Als je de hond meteen na een plukbeurt wast, was je het vuil in de haarzakjes. Deze haarzakjes kunnen dan gaan ontsteken wat veel jeuk en irritaties kan veroorzaken.

Een Ruwharige hond kan je twee maal per jaar plukken, omdat de vacht er een half jaar over doet om weer aan te groeien.

Strippen

Een Ruwharige vacht kun je ook strippen. In plaats van 2 x per jaar “kort” plukken is het mogelijk om de honden 4 maal per jaar te "strippen", waardoor hij een korte harde bovenvacht blijft houden, zodat hij er altijd goed verzorgt bijloopt.

Het is de eerste keer moeilijk om de hond toch netjes te krijgen omdat de helft van de pluk vacht verwijderd moet worden. Drie maand later word de andere helft verwijderd. Dan zit er weer een nieuwe vacht onder waar de 1e keer het haar eruit geplukt is. Deze techniek word vaak toegepast bij West Highland White Terriërs.

Gaat men een plukhond scheren, dan blijft het oude haar in het haarzakje zitten. Het groeipunt is geschoren, waardoor de kiem in het haarzakje een seintje krijgt dat het haar nog niet de goede lengte heeft om geplukt te worden, waardoor het weer wil gaan groeien. Maar omdat het haar eigenlijk “dood” is krijgt het ook niet meer voldoende voeding. Waardoor zich een dun soort wolhaar gaat ontwikkelen. Er zit ook minder pigment in waardoor de kleur ook fletser wordt. Deze honden hebben een zachte wollige vacht die niet mooi glanst en niet meer te plukken is. De meeste honden met zo’n vacht krijgen huidproblemen.

Bij deze manier van trimmen wordt het haar alleen ingekort. Het enige verschil tussen scheren en knippen is de lengte van de vacht die je laat staan.

Honden met een knipvacht zijn Poedels, Maltezers, Yorkshire Terriërs of honden met een vergelijkbaar vachttype. Knippen kun je eigenlijk in ieder gewenst model en lengte. Poedels knip je met een rechte schaar. Maltezers vaak met een effileerschaar, omdat je zo een natuurlijk effect in de vacht krijgt.

Scheren word gedaan met een speciale hondentondeuse met verwisselbare scheerkoppen. Deze scheerkoppen hebben ieder een eigen maat, waarmee je een haarlengte van 1 mm tot 16 mm kan scheren.

Deze honden komen variërend van 1 maal in de 6 weken tot 1 maal in de 4 maanden naar de trimsalon.

Bij ontwollen wordt in de ruiperiodes van bijvoorbeeld de Alaskan Malamute, de Berner Sennen of Golden Retriever de oude loslatende ondervacht verwijderd.

De hond gaat in bad en wordt gemasseerd, zodat het haar goed loskomt. Dit wordt eenmaal met shampoo en eenmaal met crèmespoeling gedaan. Hierna wordt de hond droog geblazen met een waterblazer. Door de kracht van de waterblazer komt de onderwol goed los en wordt zo uit de vacht geblazen. De hond wordt dus van zijn onderwol verlost, zonder hier een borstel voor te gebruiken. Dit heeft als voordeel dat de huid niet beschadigd wordt en de dekharen niet losgetrokken worden. Vervolgens wordt de hond geföhnd en na geborsteld om de losse overige haren uit de vacht te verwijderen. Uw hond kan daarna nog wel wat haar verliezen, maar is door deze behandeling eerder door de verhaarperiode heen.

Tot twee weken na deze behandeling mag u uw hond niet borstelen, anders blijven de haarzakjes gestimuleerd en veroorzaak je een overborstelingseffect. Waardoor de vacht in de war komt en blijft verharen.

Als een hond met een ontwolvacht niet regelmatig ontwolt wordt, krijg je een te dichte vervilte vacht, met soms oververhitting (in de zomer) en huidproblemen tot gevolg.

Een hond met deze vacht zien we 2 tot 4 keer per jaar in de trimsalon.

Voor kortharige honden zoals de Labrador, Beagle en Jack Russel is deze behandeling ook zeer geschikt.

Deze trimtechniek wordt gebruikt bij het modelleren van te overvloedig, voor de hond vaak hinderlijk, haar. Deze manier van trimmen wordt het meest op Spaniëls en Retrieverachtige vachten gebruikt. Zoals de Engelse Cocker, Ierse Setter en de Golden Retriever.

Het lichaam van deze honden wordt, waar mogenlijk uitgeplukt met de handen en verder met een speciaal getande schaar (effileerschaar) uitgedund en gemodelleerd.

Deze honden komen gemiddeld 4 tot 6 maal per jaar naar de trimsalon.

Naast een volledige trimbeurt kan Hondentrimsalon Diana u ook helpen met een zogenaamde tussenbeurt. Hierbij kan ik tegen een goedkoper tarief een kleinere behandeling geven. Zo kunt u denken aan probleem gebieden van uw hond klit vrij houden, een goede borstel of kam beurt, voetjes knippen, ogen vrij knippen, oksels en liezen scheren, oren uitplukken, nagels knippen, anaalklieren behandelen, tandsteen verwijderen of alleen een wasbeurt.

Tussenbeurten zijn bedoelt om u te helpen met het onderhouden van de vacht van uw hond. Zo ziet uw hond er voor langere tijd netjes uit of zal de volledige trimbeurt niet zo intensief voor uw hond zijn, omdat er geen of minder klitten verwijderd hoeven te worden.

Neem voor een vrijblijvend advies contact met mij op, zo kunnen we de mogelijkheden voor uw hond bespreken.

Share by: